Aan het einde van
onze vakantie in Kenia kwam het er, met gebroken pols en al, toch nog van: een
tweedaagse safari naar Tsavo, het grootste van de 50 nationale parken en reservaten
van Kenia. ‘Safari ’ is het woord voor rondrit in een Afrikaans wildpark
waarbij het er op aankomt ‘de grote vijf’ te schieten. Niet letterlijk zoals
vroeger, maar figuurlijk, met de camera. Iemand die op safari is geweest krijgt
altijd de vraag: ’En heb je ze alle vijf gezien?’ De olifant, de buffel, de leeuw, het luipaard en de neushoorn.
Om kwart voor zes ’s
morgens, het begon net een beetje licht te worden, werden we opgehaald door een
echte safari-landrover waarvan het dak naar boven kan zodat iedereen staande om
zich heen kan kijken. Voordat dat zover was haalde onze chauffeurs eerst onze
vier medereizigers op: een half joods echtpaar uit Polen en een Keniaanse man met
Zwitserse vriendin, wildvreemde mensen voor ons, het enige wat we deelden was
ons gezamenlijk verlangen om de grote vijf te zien.
Precies vijf uur
later kwamen we aan bij de ingang van het park en hadden we er dus al een hele reis
op zitten. Gelukkig hoefden we, eenmaal in het park, niet lang te wachten want
al na een kwartier stopte de landrover voor een rode olifant op anderhalve meter
afstand. Ik had nog nooit een rode olifant gezien, deze was rood geworden van het rode zand van Tsavo.
Olifanten bleken er overal rond te lopen : mannen, vrouwen en zelfs baby olifantjes. 'Maar ik ben gekomen voor de leeuwen’, zei de Pool. De chauffeur vertelde dat de
giraf zijn lievelingsdier is, die zagen we binnen het uur, maar die hoort niet bij
de grote vijf. Tegen de avond wees de chauffeur ons op een buffel, niet zo
dichtbij als de eerste olifant, maar goed genoeg om gespot te worden. De rest
van de dag zagen we giraffen, zebra’s, antilopen in soorten en
maten en struisvogels. Maar niet één van de grote vijf.
De volgende dag
begon onze safari vroeg, om zeven uur: ‘op dit tijdstip hebben we meer kansen’, zei
de chauffeur. Hij bleek ervaringsdeskundige , want binnen het uur stopte hij de
Land Rover, niet voor één, maar voor maar liefst tien leeuwen. Ademloos gingen
we alle zes rechtop staan en het aantal foto's dat gemaakt werd valt niet op
twee handen te tellen. Om elf uur reden we het park weer uit, van
de grote vijf hadden we er drie gezien, maar de vier wildvreemde mensen
waren inmiddels al lang geen wild vreemden meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten