Geveld door
de griep greep ik deze maandag in de oude doos (meditaties). Ik koos deze vanwege
de verrassing aan het einde:
Eventjes maar,
denk ik, da’s toch niet erg? Zij hoeft het niet te weten, ze is toch druk bezig
in de keuken. Ik kan mijn ogen niet van hem afhouden. Voor ik er erg in heb zit
ik gefascineerd op de grond te luisteren. Het lijkt alsof alles wat Hij zegt
alleen over mij gaat. Maar ik durf zijn kant niet op te kijken: Hij is in staat
om mensen met één blik van zijn ogen het goede te laten doen.
Opeens wordt Hij
onderbroken door een boze vrouwenstem. Ik ken die stem en de angst slaat me om
het hart. Ik heb haar niet zien binnenkomen: "Heer, kan het u niet schelen dat
mijn zuster mij al het werk alleen laat doen?” Ik zou wel door de grond willen
zakken. Ik word rood en warm en durf alleen naar de grond te kijken. Ik weet
dat het niet goed van me is dat ik hier zit. Ze heeft gelijk. Waarom heeft ze
me niet even op mijn schouder getikt?
Stil wacht ik het vonnis af en dan begint
Hij te praten: ”Marta, Marta!” Verbaasd kijk ik op, Hij heeft het niet tegen
mij maar tegen haar: ”Je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk.” Dat komt
door mij, ik weet het. “Er is maar één ding nodig. Maria…” Ik sta op want ik
weet dat het nu komt: ”Maria heeft het beste deel gekozen en dat zal haar niet
worden ontnomen”. Ik kijk hem aan en kan mijn ogen niet geloven. Het gebaar dat
hij met zijn arm maakt nodigt me uit om weer bij hem te gaan zitten.
Vrij naar
Lucas 10:38-42
Geen opmerkingen:
Een reactie posten