maandag 30 oktober 2017

Een Bedoeïene-jongen

Na drie dagen sightseeing in Jeruzalem stappen we in de auto richting Dode Zee, naar Qumran. Want daar begon in 1947 in de grotten van het woestijngebergte een ander sprookje. Het sprookje van de Bedoeïene-jongen die eeuwen oude kruiken vond met Hebreeuws beschreven boekrollen: de "Dode Zee rollen. De rollen waren verouderd, maar de tekst  was in tweeduizend jaar niet veranderd. Jeruzalem en omgeving wel. Toen stonden er geen urenlange files rond de muren van Jeruzalem (twee uur precies duurde die van ons). Om maar niet te spreken van luxe touringcar bussen met airco. Die files en die bussen hadden mij afgeleid en het bijna onmogelijk gemaakt om het beeld van de gekruisigde Heer op mijn netvlies te krijgen. Er was een  Bedoeïene-jongen in Qumran voor nodig om dat beeld te herstellen. 

Als meisje van tien jaar mocht ik ooit op school een spreekbeurt houden over de "Dode Zee rollen". Wat was ik verguld  geweest met het piepkleine miniatuurkruikje (met nog kleinere namaak rolletjes) van mijn vader. Voor de klas mocht ik voordoen hoe je dat doet: een boekrol uitrollen. Vijftig jaar later ben ik op de plek waar die jongen de echte kruiken vond. Weliswaar blijkt ook deze plek, net als Jeruzalem, in een toeristische attractie te zijn veranderd. Maar de meeste touringcars maken hier alleen een korte stop: het is te heet (veertig graden als wij er rondlopen) en te verlaten. Simpelweg te veel woestijn. Maar hier, in de woestijn, begon het evangelie van Jezus met Johannes de Doper die uitriep: "Bekeert u en gehoorzaam de Messias die na mij komt."

Als die Bedoeïene-jongen die rollen in 1947 niet had gevonden waren wij nu waarschijnlijk niet naar deze plek in de woestijn gegaan, die voor mij heiliger aanvoelde dan alle "heilige" plekken te Jeruzalem bij elkaar.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten