Er
was eens een vrouw die het beste te benoemen is als ‘huismus’. Ze was het
liefst in haar eigen huis, sliep het liefst in haar eigen bed, zat het liefst
achter haar eigen bureau. Maar deze vrouw ontmoette op een goede dag (die ze
later als de beste van haar leven zou bestempelen) een man die allesbehalve
huismus was. Deze man hield van reizen. “Zullen we samen op vakantie gaan naar Italië?”,
stelde hij voor. De vrouw was gewend om op vakantie in het vakantiehuisje van
haar ouders Friesland te bivakkeren. Italië klonk als het andere eind van de
wereld, maar de liefde voor die man was zo groot dat ze meeging.
De man en de
vrouw trouwden en kregen een gezin. De vrouw dacht dat de reislust van de man
tot bedaren zou komen toen er kinderen kwamen, maar niets was minder waar. Toen
hij werd gevraagd om in Kenia te gaan werken vroeg hij haar opnieuw of ze mee
wilde gaan. Aan de glans in zijn ogen zag ze dat hij het besluit al had genomen
en ze zei opnieuw: ”Ja, ik wil”.
Samen reisden ze vanuit Kenia naar Oeganda en
Soedan en Tanzania en Egypte en Australië en Papoea Nieuw Guinea. En toen settelden ze
zich weer in Nederland. Eerst in het midden van het land en later in Friesland.
De vrouw was daar waar ze altijd al het liefst was. En ze genoot van haar eigen
huis met haar eigen bed en haar eigen bureau. Op een dag werden ze samen
gevraagd: ”Willen jullie wel op ons huis in Israël passen?” De ogen van de man
begonnen te glanzen. En de vrouw wist wat haar te doen stond: koffers in pakken,
naar Schiphol rijden en in het vliegtuig stappen.
(Wordt
vervolgd vanuit Israël)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten