maandag 11 maart 2019

De ezelin en de vrouw


Meer dan tien jaar wonen in Afrika laat nog steeds zijn sporen na. Ik kijk met andere ogen naar Nederland(ers) en lees de bijbel door een andere bril. Zoals het volgende gedeelte uit Mattheüs 21:”Ga naar het dorp….jullie zullen er een ezelin zien die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: ”De Heer heeft ze nodig.” Een Afrikaanse uitleg is de volgende: Jezus had die dieren nodig voor zijn intocht in Jeruzalem, daarom moesten ze losgemaakt worden. Vrouwen in Afrika werden eeuwenlang onderdrukt en uitgebuit en ook zij moeten losgemaakt worden zodat ze kunnen werken in het Koninkrijk van de Heer. Zoals Hij die ezels nodig had, ze heeft Hij vrouwen nodig”.

Ik had, voordat ik dit zo las, mijzelf nog nooit vergeleken met een vastgebonden ezelin. Dat ligt ook voor de hand.  Nederland is door verschillende golven van feminisme gegaan en vrouwen hier hoeven niet losgemaakt te worden maar eerder leren hoe ze met hun verworven vrijheid om moeten gaan. Zo stel ik  mezelf vaker de vraag: “Wat heb ik nodig?” dan “Wat heeft de Heer nodig?” Veel Keniaanse vrouwen geloven met hart en ziel dat de Heer hen nodig heeft en storten zich daarom vol overgave in één of andere christelijke bediening. Sommigen van hen zijn bekend door het hele land.

De vraag: ”Wat heb ik nodig?” kan een moderne valstrik worden waarmee ik mezelf klem zet. Dan denk ik: Als er niet eerst aan mijn persoonlijke behoeften is voldaan ben ik niet geschikt om iets voor de Heer te doen. De Afrikaanse bril geeft me een ander zicht op de zaak: de Heer vraagt niet of ik de geschiktste maar wel of ik beschikbaar ben.

   
   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten