‘Wat staat altijd bij jou in de
koelkast?’ Het is 8
uur s’ morgens en ik open in onze Kip een nieuw pakje Pickwick thee met
labeltjes. Die Pickwickthee had ik voor Gaasterland bewaard. In de vakantie is
het leuk om samen over die vragen te mijmeren. ‘’Pickwick wil het zout nog even
in de wond wrijven’, mompel ik richting Bernard. In het koelkastje van onze Kip
staat namelijk helemaal niks. Simpelweg omdat het niet meer doet waar het zijn naam
aan te danken heeft.
Dus waren we vertrokken met twee gevulde koelboxen en een stapeltje
koelelementen. ‘Vroeger hadden we op de camping een hele grote diepvries waar
iedereen elke morgen zijn koelelementen kwam verwisselen’, vertelde de campinghoudster,
‘maar nu hebben mensen hun eigen koelkastjes’. Wij niet dus. Wat we ook niet
hebben is zon. Daarom zitten we de meeste tijd achter de raampjes van de Kip
naar buiten te koekeloeren terwijl de regen gezellig op het dak tikt.
Terwijl ik
over de vlakte van een bijna lege camping staar (wie gaat er met dit weer op
vakantie?) komen herinneringen van vroeger naar boven. Mijn ouders hadden een
vakantiehuisje in Oosterlittens. Daar was nog meer niet dan hier: geen stromend
water, geen elektriciteit, geen toilet binnenshuis. Het vakantiehuisje was zelfs alleen
bereikbaar via het water. Ik zie mezelf nog liggen met mijn zusjes op de zolder,
onder een enorme stapel dekens. Boven was uiteraard geen verwarming. Het enige
houtkacheltje stond in de kleine kamer waar mijn ouders in de bedstee sliepen.
Het was daar allemaal gewoon ons eigen ‘Kleine huis op de prairie.’ ‘Less is
more’, noemen ze dat tegenwoordig.
‘Niks in de koelkast' is niet een antwoord dat Pickwick
verwacht maar met een temperatuur die niet onderdoet voor een
koelkast hebben we zelfs geen koelbox nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten