Ik
houd van de zomer en die is bijna aangebroken. Wakker worden van het zonlicht,
lange lichte avonden, studeren op mijn eigen kamertje boven (in de winter is
het daar te koud), zonder jas naar buiten en ‘last but not least’: werken in de
tuin. Daar krijg ik eigenlijk nooit genoeg van. Aan poetsen in huis heb ik een hekel,
maar tuinieren is een hobby. In de Westereen deel ik die hobby met het halve
dorp, de ene tuin is al mooier dan de andere.
Vanavond heb ik ‘Ipoemia
Knowlians’ geplant. Tegen de schutting. Gekregen van een gemeente lid. Hij had
deze zelf bij een kwekerij gekocht: “Hele mooie plant, ik kan de naam alleen
niet onthouden.” Daarom gaf hij me er een kaartje met naam bij. In het
Nederlands heet ie ‘Klimmende winde’. Ziet er inderdaad veelbelovend uit op
internet. En nu de temperatuur eindelijk aan het stijgen is heb ik grote
verwachtingen.
Dat is misschien wel de reden waarom ik tuinieren zo leuk vind:
je spit wat rond, zaait en plant, begiet een beetje, geeft wat mest, snoeit wat
bij en dan is het afwachten. Want God doet het eigenlijke werk. Maar toch ook
weer niet: ik werk met Hem mee. Hij laat alles groeien en ik zorg ervoor dat de
randvoorwaarden op orde zijn. Werken in de gemeente lijkt er eigenlijk op: je
spit wat rond, zaait en plant, begiet een beetje, geeft wat mest en snoeit wat
bij en dan is het afwachten. Zullen er mensen gaan groeien en bloeien in Jezus?
Zullen ze standhouden als het weer niet meezit? Zal de gemeente zich gaan
uitbreiden? En zal er nieuwe jonge aanwas bijkomen?
Het is fantastisch om te
zien dat dat inderdaad gebeurt: er groeit en bloeit veel moois in onze gemeente.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten