maandag 3 augustus 2020

Instrument

“Ik dacht dat jullie het hier in de Westereen zo naar de zin hadden, ja toch?” Met een uitdagend gezicht kijkt hij me aan. Gelukkig hoef ik me niet te verdedigen, want hij heeft gelijk: we hebben het hier in de Westereen naar onze zin. In een gemeente die voor onze komst nog twee waren, in een kerkgebouw waar naast de preek ook naar onze ‘eigen’ gospelband geluisterd kan worden, in een gebied waar je ‘de waarden van rust en ruimte en een grote mate van sociale samenhang vindt.' (citaat Friesch Dagblad 1 augustus 2020). We vertrekken naar een deel van Nederland en een dorp waar je anoniem kunt leven, dicht op elkaar, met files op de snelweg als opperste vorm van sociale samenhang. Waarom?

Veel mensen die ik de afgelopen week sprak hadden vraagtekens in hun ogen. In de preek van gisteren lag een antwoord besloten. Die preek ging over het bekeringsverhaal van Paulus. Voor mensen die thuis zijn in de bijbel een bekende figuur: iemand die van een fanatieke vervolger een (overigens niet minder fanatieke) volgeling van Jezus Christus werd. Hoe komt iemand van vervolgen (najagen, proberen om te brengen) tot volgen? (meegaan met, luisteren naar.) Bij Paulus kwam de ommekeer toen hij ging geloven dat Jezus Christus niet alleen die man uit Nazareth was die aan het kruis tot zijn einde gekomen was, maar de levende, opgestane Heer. Een Heer die boven hem als getrouwe Farizeeer stond, een Heer die boven alle mensen staat, een Heer die regeert over de wereld vanuit zijn eigen domein, de hemel. Een Heer in wiens hand een mens niet meer maar ook niet minder is dan een instrument.

In de hand van deze levende Heer zijn ook wij instrumenten die Hij ergens anders wil gebruiken: in Utrecht en Leusden en….


Geen opmerkingen:

Een reactie posten