Het
jaar 2023 begint voor mij in elk opzicht met lessen over verdraagzaamheid. De
eerste les schreef ik als blogje naar aanleiding van 1 Corinthiërs 13: De
liefde verdraagt alles. Enkele uren nadat ik het gepost had kwam de
test: Onze geplande, betaalde en ingecheckte vlucht naar Kenia ging niet door
omdat we geen E-visum konden tonen vlak voor het instijgen. ‘Nu komt het er op
aan’, zei ik tegen Bernard.
Toch
wel een beetje met een kater begonnen we aan de eerste week van het nieuwe
jaar. Gelukkig niet alleen met een kater maar ook in het bezit van een nieuw
boek, dat ik in de wachtende uren op Schiphol gekocht had: de biografie van
Etty Hillesum, geschreven door Judith Koelemeijer. Ik zag het liggen en moest
het kopen. ‘Ga ik heerlijk in lezen in Kenia’, zei ik tegen Bernard. Ik ben
zowel van Judith als van Etty een grote fan, hoewel de laatste al niet meer
leeft. Ze stierf in 1943 in een Duits concentratiekamp. Enkel en alleen omdat
ze Joods was. Ze was één van de zes miljoen Joden die in de Tweede Wereldoorlog
vermoord werden.
Etty
had een groot schrijftalent dat ze pas in de oorlog ontdekte. Ze ging schrijven
over alles wat ze meemaakte, tot en met kamp Westerbork en het instappen in de
wagon die naar haar ondergang leidde. In de jaren na de oorlog was er geen
uitgever die er brood in zag. Enkel en alleen omdat Etty geen verzet had
geboden tegen de Duitsers maar haar lot had verdragen. ‘Waarom zou ik dit lot,
het lot van de Joden, het lot dat wij al zoveel eeuwen ondergaan, niet delen?’
Etty las veel in het Nieuwe Testament de laatste maanden van haar korte leven.
Ze is maar negenentwintig geworden en heeft zelf nooit mogen meemaken dat haar
schrijfsels door miljoenen mensen over de hele wereld worden gelezen. Ze is
mijn allergrootste voorbeeld van iemand die leerde en toepaste wat verdraagzaamheid
is: zij aanvaardde het lijden. Dat is nog eens wat anders dan accepteren dat
een vakantie niet doorgaat.
Want dit is genade, indien iemand, omdat hij met God rekening houdt, leed verdraagt, dat hij ten onrechte lijdt.’ (1 Petrus 2:19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten