Vijf
en dertig jaar geleden kregen Bernard en ik ‘verkering’ zoals je dat toen noemde,
een relatie dus. En dat veranderde alles in mijn leven. Om maar te beginnen met
iets waar ik in die dagen mee bezig was: autorijles. Ik was al bijna dertig maar
in de jaren 80 begon iemand pas met rijles wanneer er een behoorlijke baan en
dus inkomen was. Ik zelf was part time predikant en verdiende naar mijn idee
opeens heel veel, na een jarenlang studentenbestaan met een uitkerinkje van
mijn ouders. De eerste maanden waarop er een echt salaris op mijn rekening
verscheen wist ik niet hoe gauw ik de bus naar Leeuwarden moest pakken en werd
al dat geld vrijwel direct omgezet in kleding.
‘Zou
je er niet iets nuttigers mee doen?’, opperde mijn moeder. En toen kwam het
idee van rijles op. Ik deed tot dan toe alles met de fiets en het openbaar vervoer,
maar het door weer en wind over de Friese vlakten te rijden had zijn
aanvankelijke charme verloren. De rijlessen van Mullender in Dokkum waren van een
kaliber dat ik niet eerder in mijn leven had meegemaakt. Docenten en
professoren in Groningen waren altijd beschaafd geweest maar er ging geen les
voorbij of Mullender schreeuwde: ’Pas op, je zit in de verkeerde versnelling’,
of ‘Remmen, nu, anders komt er een ongeluk.’ Ik bleek geen ster in autorijden
en dat is nog zwak uitgedrukt.
En
toen kwam Bernard in mijn leven. Hij had inmiddels zijn rijbewijs gehaald bij
Jappie van der Veen in Ternaard en een auto aangeschaft. Hij wilde me in die
nieuwe auto wel bochtje achteruit leren. Dat was Mullender nog niet gelukt.
‘Waarom ga je niet eens een keertje een examen oefenen?’, opperde Bernard. Ik vroeg
het aan Mullender maar hij reageerde met: ’Dat gaat em echt niet worden, daar
ben je nog lang niet klaar voor, dat wordt een teleurstelling.’ Maar Bernard
bleef aanhouden. En zoals ik schreef, met hem veranderde alles dus ik besloot
het er op te wagen. De dinsdagochtend waarop het examen moest plaatsvinden was
een stralende dag in juni, maar de onzekerheid joeg door mijn lijf. Was het
niet verstandiger geweest om naar Mullender te luisteren in plaats van naar mijn
kersverse nieuwe vriend? ‘Werp het net uit aan de andere kant’, las ik
toevallig die ochtend. Petrus en de zijnen hadden na een hele nacht vissen niks
gevangen en Jezus gaf een vreemd advies. Misschien moest ik me daar aan
vasthouden.
Het
weer was stralend en het verkeer rustiger dan ooit. Tot drie keer toe moest ik
de rotonde bij Leeuwarden uitproberen. Ik had geen idee waarom maar
gehoorzaamde de instructeur braaf. Samen wachtten we op de uitslag die de
examinator stralend kwam brengen: Geslaagd! Mullender keek op zijn neus, de
examinator fluisterde ‘er was bijna geen verkeer, dat was haar geluk’ en
Bernard omhelsde me.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten