“Wat
wil een mens nog meer?”, schreef ik in een loftuiting op onze Kip-caravan. Een
gemeentelid reageerde met de woorden: ”Ik wil geen caravan!”
Deze vrouw woont
‘in het buitengebied’ zoals ze dat in de Westereen zeggen. Voor niet-Friezen is
heel Friesland uiteraard ‘buitengebied’, Westereenders noemen alles op meer dan
een kwartier fietsen van het winkelcentrum zo. Daar viert het buitenleven inderdaad
hoogtij en heeft iedereen een eigen vrijstaand huis(je) met (grote) tuin en uitzicht
op de Friese wouden. Als je zo woont hoef je helemaal niet op vakantie met je Kip.Voor
ons ligt dat anders. Ons huis is ‘geschakeld’, niet helemaal vrij en zonder
groots uitzicht. Aan de andere kant van de schutting horen we zomers een
kleuter en peuter ravotten en spelen.
Onlangs hebben die twee een nieuw broertje gekregen, één en al
levendigheid dus waar zowel wij als ons kleinkind van genieten. Want als zij
bij ons logeert mag ze op de buur-trampoline mee springen. Zulke dingen doe je
als je in het ‘binnen gebied’ woont.
Dat samen-delen-samen-spelen zet zich voort
op de camping. Ik heb nog geen camping meegemaakt waar we niet binnen de
kortste keren met allerlei mensen in gesprek raakten. Die
camping-vriendschappen beginnen meestal achter de afwasbakken: ”Gezellig, zo
samen afwassen, thuis stop je het in de afwasmachine, hier raak je aan de
praat.” Of het nu Drenthe of Frankrijk is, altijd gaat het zo. “Waar staan
jullie?” gaat het dan meestal verder en soms is er de verrukte uithaal: “O, hebben
jullie ook een Kip? Dat is mooi, want die zijn het beste, wij hebben al onze
derde Kip, willen jullie eens binnenkijken?”
Waarmee ik maar wil zeggen: caravan-leven
doet mensen verbroederen! En daarom zijn we dol op ons kipje en schreef ik er
opnieuw over. Leve de Kip!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten