maandag 3 juli 2017

Ongelofelijke haast

“Op zij, op zij, op zij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelofelijke haast”: geen lied verwoordt beter het karakter van een Nederlander dan dit. Want die heeft altijd haast. Ik ging dat beseffen in Kenia: daar houden mensen van een praatje , altijd, op de meest ongelegen momenten, niet kort, maar lang. Wanneer ik soms een paar keer per dag Bernards secretaresse  opbelde moest elke keer de hele riedel doorlopen worden: ”Hallo Margriet! How are you?” Hoe het met me ging had ik haar een paar uur eerder al verteld, maar er mocht iets tussen gekomen zijn. Als ik dan zei:” Ik heb nu even haast, dus ik stel je alleen een paar vragen”, werd dat als ongelofelijk bot ervaren. Een echte Nederlander gaat recht op zijn doel af, weet wat ie wil en probeert dat zo snel mogelijk in orde te krijgen.

Nu is er één plek waar dat -ook in Nederland- nooit lukken zal en dat is het ziekenhuis. “Het duurt nog minstens een half uur voor je aan de beurt bent, maar reken maar op drie kwartier,” een niet gehaaste dame onderbrak even haar tijdschrift toen ik aanschoof in de wachtkamer van de oogkliniek in Dokkum. Een paar anderen keken ook op en knikten mij bevestigend toe. “Minstens drie kwartier?”, vroeg ik aan iedereen tegelijk. “O ja, bij dokter zo en zo wel ruim een uur”, verzuchtte een oudere man. “Nou, dat komt dan heel mooi uit”, grijnsde ik hem toe: “want weet u, de accu van mijn e-bike is bijna leeg en die heeft wel een uur nodig om weer op te laden”. Ik stopte de stekker van de accu in het stopcontact, haalde een cappuccino uit de koffieautomaat en stevende op het schap met tijdschriften af. Ik verheugde me op een uurtje mooie bladen lezen, daar ben ik namelijk ongelofelijk dol op. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten