Die
eerste keer dat ik verder kwam dan alleen de balie van het imponerende huis aan
de Barchman Wuytierslaan liep ik de hele
morgen verdwaasd rond. “Legitimeren!”, riep de baliemedewerker als een bevel.
“Ik heb geen paspoort bij me.” Het leek wel een douane. “Rijbewijs voldoet”. Ik
gaf hem het roze kaartje en hij bekeek de pasfoto lang en aandachtig. Op Schiphol
gaat dit sneller, bedacht ik me.
Het gevoel om, midden in Nederland, de
overgang naar een ander continent te hebben gemaakt werd vervolgens met elk uur
groter. “Je moet de gang door, rechtsaf
de hoge trap op en dan weer rechts de Afrikagang in.” “Afrika-gang?” “Ja, ze
hebben hier de Afrikanen bij elkaar gezet, anders levert het teveel problemen
op.” Ik liep rechtdoor en daarna rechtsaf de hoge trap op. De ruime hal, links
van die trap, zag eruit als een overvol fietsenhok. Er stonden alleen geen
fietsen maar buggy’s, van simpele tot supermoderne. Boven aan de trap lachten
twee kleine Afrikaanse jongetjes me toe. De ene zat op een loopfietsje, de
andere op de grond. De trap was hoog en ik had de neiging ze erbij weg te halen
maar was nog te verbouwereerd door die baliemedewerker. Ik besefte dat ik hier
werd getolereerd, meer ook niet.
De klapdeur naar de gang rechts was dicht. Wat
nu? Mocht ik eigenlijk wel zomaar binnengaan? Vanaf links liep een kleine vrouw,
zonder me aan te kijken, langs me. Ze zag er Afrikaans uit en duwde de klapdeur
open. “”Zij is op haar eigen terrein”, bedacht ik me, “maar wat heb ik hier
eigenlijk te zoeken?” Ik was gekomen om ‘taalmaatje’ te worden van een vrouw
uit Sierra Leone. Enthousiast had ik het mijn vriendinnen in Leusden verteld.
Maar van dat enthousiasme was opeens niks meer over.
(Wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten