maandag 15 oktober 2018

Tuin!


Mensen die mij wat langer kennen (al is het alleen maar van Facebook) weten dat tuinieren mijn hobby is. Mooiere zomer in Nederland dan dit jaar kan ik me dan ook niet herinneren: Al vanaf mei staan er elke dag verse bloemen in onze woonkamer.

Afgelopen zaterdag kreeg ik hulp van een ‘echte’ tuinman. Een “Westereender-met-pensioen-en-dus-drukker-dan-ooit” was zo goed om een paar uurtjes voor onze tuin vrij te maken. Drie grote potten met Agapanthus heeft hij in de vaste grond geplaatst. Daarvoor was stevig omspitwerk van het gazon nodig. Ik stond erbij, keek ernaar en luisterde naar al zijn aanwijzingen. Zijn eigen tuin is een waar lusthof met wel tien verschillende soorten Dahlia’s die hij allemaal bij naam kent en ook uit elkaar houdt. Ik voel me altijd een simpele beginneling in zijn buurt.  

God heeft ook iets met tuinen: in Genesis 3 staat dat “Hij in de avondkoelte in de hof (van Eden) wandelde” en in Johannes 20 ziet Maria Jezus staan maar denkt ze dat Hij de tuinman is. (Leek Hij daar een beetje op?) “Ik ben de Ware Wijnstok”, sprak Jezus, “en mijn Vader is de Landman.” Jezus gebruikt dus zelf het beeld van God als de Grote Tuinman.

Van die Grote Tuinman leerde ik in onze tuin drie dingen. (Meer gaat ongetwijfeld komen):

-       Geduld. Groei is iets dat heel langzaam gaat. Langzaam maar zeker.
-      Anti racisme. Bloemen zijn er in zoveel verschillende kleuren en maten dat vergelijking van de ene bloem met de andere nergens op slaat. Iedere bloem is uniek in zijn eigen soort.
-      Snoei. Hoe meer ik in mijn tuin snoei en wegknip, des te meer er gaat groeien en bloeien. Snoei is in feite noodzakelijk voor uitbundige bloei.

Voor elke wijze les van de tuin houd ik me aanbevolen!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten