Het
woordje ‘druk’ is een modewoord in Nederland. Mode in de zin van: iedereen
gebruikt het. ‘Hoe gaat het met je?’ ‘Goed hoor, maar wel druk’. Of: ’Beetje
druk maar dat hoort erbij.’ In Nederland is het leven leuk én druk. Veel te
druk is niet leuk, want dat kan een burn-out opleveren.
Maar ingewijden beweren dat een echte burn-out nooit door te veel drukte maar eerder door niet passend werk of
een verkeerde werkomgeving komt. En in dat geloof blijven we met zijn allen
lekker druk. (Ik heb jaren in Kenia gewoond en daar is iedereen veel minder geobsedeerd met druk zijn. Dat heeft ook zo zijn redenen: het
werkloosheidspercentage is daar 40%, bij ons 5 %.)Toch is druk zijn is niet
typisch iets voor Nederlanders in de een en twintigste eeuw. Martha uit
Lucas kon er ook wat van. Wanneer Lucas
over haar vertelt introduceert hij haar als gastvrouw van Jezus, vervolgens beschrijft
hij hoe haar zus naar Jezus zit te luisteren. En dan staat er:
”Máár Martha…” Wat Martha doet wordt in contrast met Maria beschreven: Maria
zit stil te luisteren, máár Martha loopt druk heen en weer.
‘Hoe was het
eigenlijk om Jezus als gast te hebben in je huis, Martha?’ ‘Tja, wat moet ik
daar over zeggen, het kost je veel. Aan geld en aan energie. Wat moet er veel
geregeld voordat dertien hongerige mannen gevoed zijn en alles in orde is
gemaakt voor het slapen. Nu houd ik er best van om te dienen, het is ook wel
een beetje mijn gave, diep in mijn hart ben ik er eigenlijk wel trots op. Is
iets echt typisch Joods he? Maar het vreemde is dat het leek alsof Jezus
helemaal niet door had hoe druk dit allemaal voor mij was.'
(Wordt
vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten