Maria
en Martha: wie kent ze niet? Die twee zusters in het Nieuwe Testament. De ene
de bedrijvige, de ander de passieve. Een openhartige vriendin fluisterde mij eens
toe: “Die Maria stoort mij altijd, zo gedwee zoetig in haar kleine hoekje. Geef
mij maar de stoere Martha. Onbegrijpelijk dat Jezus haar terechtwijst.” Onlangs
zei een ander: ”Wij vrouwen zouden moeten bestaan uit een combinatie van Martha
en Maria”. Ook iemand die blijkbaar niet uit de voeten kan met Maria.
Jaren
geleden woonde ik als student in Groningen met een echte Maria. Ze heette Ali,
maar in haar doen en laten was het Maria: ze ging er nooit op uit, zat altijd
in haar kamertje. Te bidden en bijbel te lezen. Van de weeromstuit ging ik er
wel vaak op uit en nodigde altijd zoveel mogelijk mensen uit voor het eten om
maar niet alleen met haar te hoeven zijn. Diep in mijn hart keek ik op haar neer, want zeg nou zelf: gastvrijheid is toch de
christelijke deugd bij uitstek?
“Martha ontving Jezus in haar huis.” Zo begint
het gedeelte. Jezus trok namelijk rond en had zelf geen huis. Dus Martha bood
logies en ontbijt en diner. Ze stelde haar huis open voor Jezus (en zijn twaalf
leerlingen.) Martha was een Oosterse vrouw en dus gewend om dergelijke dingen
te doen. Toch is ook in het Midden-Oosten dertien mensen aan tafel niet niks.
Maar Martha geloofde dat Jezus niet de eerste beste rabbi was. Ze had naar zijn
preken geluisterd en wonderen meegemaakt en ze was er misschien wel trots op
ook dat Jezus bij haar wilde logeren.
En toch…Ergens ging er iets mis. Martha mocht
dan wel de gastvrouw zijn, echt gastvrij in de meest letterlijke zin van het
woord was ze niet.
(Wordt
vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten