maandag 24 februari 2020

Late liefde


‘Hoe lang bent u weduwnaar geweest?’ ‘Vier jaar’. ‘En uw vrouw?’ ‘Drie jaar.’

Ik stond met mijn vondst in de hand geklemd achter een toonbank en kon niet anders dan meeluisteren met het gesprek dat de verkoopster met de mensen naast me voerde. Het was de kringloop, dus geen normale toonbank met een rij wachtenden. Als ik fatsoenlijkheid halve achter het stel was gaan staan had ik het gangpad geblokkeerd. Ik keek opzei en zag een kleine oudere dame in een vrolijk kobaltblauw jasje, beetje lippenstift, stralende ogen. Naast haar een oudere heer met een markante kop. Zij deed het woord.

‘En waar hebben jullie elkaar ontmoet?’ De verkoopster kon er geen genoeg van krijgen. Nu komt het, dacht ik: uh, ja, eigenlijk durven we het niet te zeggen, uh: het internet. Maar het kobaltblauwe jasje keek haar met een grijns aan, en toen opzij naar mij, ze had wel door dat ik meeluisterde: ’Bij de kringloop!’ ‘In Wolvega’, voegde de markante kop eraan toe. Een niet materiĆ«le kringloopvondst dus: Een nieuwe liefde na verloren geliefdes en eenzame jaren. 

Bij de parkeerplaats kwam ik het stel weer tegen. Druk babbelend. ‘Bijzonder hoor’, kon ik niet nalaten uit te spreken. De markante kop reageerde met een grijns, naar mij en met een tedere blik naar het kleine vrouwtje. Hij nam het woord en zei, bijna verontschuldigend, ‘Als ik vroeger van die oudere mannen zag die opnieuw aan een relatie begonnen dacht ik altijd: ’Moet dat nou zo nodig? Maar liefde heeft niks met leeftijd te maken.’ 

Peinzend reed ik terug naar huis: “Liefde is…” Ik schreef er ooit een blogje over. Wat het ook is, het is in elk geval een mysterie: dat diepe verlangen om voor altijd in de buurt te willen blijven bij deze ene man of vrouw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten