“Maar de
ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden
zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders.”
Mensen
die mij een beetje kennen weten dat ik ‘iets heb’ met de Samaritaanse vrouw uit
Johannes 4. De eerste vrouw met wie Jezus een diepgaand gesprek voert in het
Nieuwe Testament. De enige vrouw met wie Hij zo’n gesprek voert. Een vrouw met
een twijfelachtige achtergrond wat betreft haar relatie met mannen. Iemand die
om die reden niet zomaar tot de verbeelding spreekt.
Die
Samaritaanse speelt al jaren wel tot mijn verbeelding vanwege bovenstaande
tekst. Het gespreksonderwerp tussen haar en Jezus is ‘aanbidding’. Een
reuze-interessant onderwerp. Aanbidding: wat is het en hoe doet je het? ‘Proskuneo’
is het oorspronkelijk woord in de Griekse tekst: ‘vooroverbuigen, eerbied
betonen, kussen.’ Het is een woord dat de omgang met een koning of koningin
oproept: een buiging door de knie, een handkus: vormen van erkenning van een
koninklijke hoogheid.
Die
Samaritaanse komt op het heetst van de dag bij de waterbron van haar stadje om
water te putten. Ze verwacht daar alleen te zijn op dat tijdstip maar tot haar
verrassing zit er een Jood die haar nota bene om water vraagt. Die vraag is het
begin van een echt gesprek van hart tot hart. Als zij de deur naar het grote
probleem in haar leven, ‘Ik heb geen man’, op een kiertje opent zegt Jezus dat Hij
daar alles van weet: ’U hebt zes mannen gehad…’. Jezus kent de waarheid van
haar leven. En om de één of andere wonderlijke reden wordt zij daar niet boos om maar ontzettend blij van.
Zonder dat ze het zelf beseft is deze vrouw een ‘waarachtige aanbidder van
de Vader’: ze toont eerlijke eerbied voor de waarheid van Jezus Christus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten