Welk
boekje het precies is van W.G. van der Hulst weet ik niet meer maar het beeld
dat hij erin oproept is me bijgebleven. Het gaat om een klein meisje uit een
arm gezin. (Arm is standaard in zijn boeken.) Dat meisje is zo blij met de
grote oliebol die ze op Oudejaarsdag krijgt dat ze er bijna niet aan durft te
beginnen. Om een hele week van die bol te genieten maakt ze er zeven kleine
stukjes van die ze op een rijtje op de vensterbank van haar kamertje legt: voor
elke dag een stukje. Hoe het met die stukjes is afgelopen ben ik ook vergeten,
maar dat meisje in haar pyjamaatje voor de vensterbank zie ik nog zo voor me.
W.G.
van der Hulst leefde van 1897 tot 1963. Hij maakte twee wereldoorlogen mee en
overleed voordat de wegwerpmaatschappij haar intrede deed. Het verhaal van de
oliebol in zeven stukjes past in de tijd waarin hij leefde maar staat mijlenver
van ons af. Of toch niet? Door de Coronacrisis is onze instant maatschappij
opeens tot stilstand gekomen. Wij waren gewend om 7 dagen per week oliebollen
en brood en eieren en wc-papier te kunnen kopen, maar opeens kan dat niet meer
omdat elke gang naar de supermarkt een risicovol gebeuren is geworden. (En het
bovendien nog maar de vraag is of er wc-papier is.) Dus zullen ook wij moeten
leren om zuinig te doen.
Toen het nog geen noodzakelijkheid was, voor de
Coronacrisis, was zuinigheid een vies woord voor sommige mensen. Maar ik
voorspel dat zuinigheid helemaal hip gaat worden en dat we van elkaar gaan
leren hoe het werkt. Oudere mensen hebben ongetwijfeld veel tips op dit
terrein. Wie weet kom je de komende weken iemand tegen die vroeger zelf haar
oliebol in zeven partjes sneed 😊
Geen opmerkingen:
Een reactie posten