maandag 17 oktober 2022

Kind

 

‘Ik wil vanmorgen bij Maartje achter op de fiets’, zegt Anne, de tweede dochter van onze oudste dochter die Maartje heet. Anne is vijf en heeft een zusje van acht boven en een zusje van anderhalf onder zich. Anne is het middelste kind, dus niet de oudste met alle voordelen en aandacht van dien en ook niet de jongste met alle privileges van de Benjamin. Anne is een meisje dat veel nadenkt en het zinnetje van vanmorgen floepte dan ook niet zomaar uit haar mond.

Maar mama Maartje reageert met een frons op haar voorhoofd: ’Wat krijgen we nou, ik ben toch mama voor jou?’ Waarop Anne antwoordt :’Ja, maar ik noem je liever Maartje want als ik je mama noem voel ik me altijd een klein kind’. Maartje schiet in de lach en zette dit zinnetje meteen in de gezinsapp waarna de hele familie mee gniffelt: ’Ach, moet je nou eens horen, vijf jaar en dan al geen kind meer willen zijn.’

Maar oma Margriet, vier en zestig jaar en al vele jaren geen kind meer, denkt ook veel na. Over het verleden, toen ze zelf nog een kind was. Wat een onbezorgde tijd, zonder verplichtingen en verantwoordelijkheden. Een tijd waarin een mens nog mag spelen, mag doen wat hij of zij het liefste doet. Zodra een mens volwassen wordt en op eigen benen staat, moet hij heel veel en mag hij veel minder.

‘Wat zou ik soms graag weer een klein kind willen zijn’, zeg ik tegen Anna de eerstvolgende keer dat ik haar zie. Ze kijkt me met grote ogen aan waarin ongeloof schuilt: ’Echt waar oma?’ Ik knik en zij denkt, want dat doet ze altijd. En na een paar seconden floept er een nieuwe magistrale zin uit haar mond: ‘Nou, ik wil liever dat je gewoon oma blijft, want als je een kind zou worden dan kan ik niet meer bij je logeren en dat doe ik echt het allerliefste!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten